Aardappelen

Hoe de aardappel zich ontpopte tot oogappel ...

Als we het over de vaste waarden in ons voedingspatroon hebben, verschijnt de aardappel zeker op het appel. Dankzij zijn talrijke bereidingsvormen houdt hij aardig stand tegen de invasie van andere populaire zetmeelcomponenten uit de wereldkeuken.

Hoeveel aardappelen eten we nu precies? Wat zijn die variaties in bereiding? En welke veldslagen leverde de aardappelteelt om te overleven? Duik even mee met ons in de patatten.

Aardappelen

Potato, potaaato. Zeg nooit zomaar aardappel tegen een aardappel.

Geschiedenis

De aardappel siert bijna dagelijks ons bord en maakt een belangrijk deel uit van ons hedendaags mondiaal voedingspatroon. Wanneer precies is niet duidelijk, maar de kiem voor dit succesverhaal werd heel lang geleden geplant. Al bij de ontdekking van Zuid-Amerika in de 17de eeuw maakten de Spaanse veroveraars kennis met de aardappel als een van de voedzame sterkmakers van de inheemse bevolking: de indianen.

Vergezeld door het veroverde goud en zilver maakte de aardappel de overtocht naar Spanje. Aanvankelijk konden vooral de expliciete rijkmakers op aandacht rekenen en viel de aardappel compleet tussen de mazen van het net. Enkel sommige kloosterordes gebruikten het nieuwe voedsel als versterking voor de zieken.

De Waldenzen, een groep die in Spanje niet gewenst was omwille van hun geloofshervorming, namen de aardappel mee op hun vlucht naar het Noorden. Ze doorkruisten minder herbergzame gebieden zoals de Alpen, France-Comté en de Vogezen en zo kwam de aardappel uiteindelijk in onze regio’s terecht.

Ook bij ons werd de nieuwkomer aanvankelijk argwanend bekeken, want nieuwe planten werden sowieso niet zomaar aanvaard… en bovendien kwam die lelijke knol uit de grond.
Zelfs geleerden zoals Clusius schonken weinig aandacht aan de voedende waarde van de aardappel en gingen ze eerder aanplanten in de botanische tuinen, als sierplant en botanisch kruid.

Terwijl de dieren al even volop hun tanden mochten zetten in de nieuwste heerlijkheid, volgde de overtuiging bij de mensen pas echt wanneer de boeren in de patatten zaten na enkele misoogsten van hun graan. In ons land werden de eerste aardappelen op het einde van de 16de eeuw aangeplant in de Westhoek. De teelt verspreidde zich daarna razendsnel over het hele land.

In een mum van tijd ontpopte de aardappel zich tot oogappel van de Belgische bevolking.
In Ierland, Pruisen en België maakte de aardappel ondertussen het belangrijkste deel uit van de voeding, toen Parmentier in 1788 zijn eerste aardappelen aanplantte in Parijs en ook daar het hart van de bevolking wist te bekoren.

De enige vaste gegevens over de verspreiding van de aardappel zijn de tiendebelastingen, een belasting die aan de grondeigenaars moest worden betaald. Nieuwe vruchten, in dit geval de aardappelen, waren vrij van tiendenbelastingen maar precies door het aanplanten van aardappelen in plaats van graan hadden de Heren minder inkomsten. Begin de 18de eeuw werden door hen een aantal processen aangespannen.

Eind 1840 vernietigde een schimmel de ganse aardappeloogst. Deze aardappelplaag of phitophtora lag aan de grondslag van hongersnood in heel Europa. Ierland werd met tienduizenden doden het zwaarst getroffen. Veel Ieren emigreerden en gingen hun geluk beproeven in de nieuwe wereld.

Ook hier ontstonden bevoorradingsproblemen. Vele gemeenten namen maatregelen om de bevolking bij te staan. Doordat de herkomst van de ziekte onbekend was, schreef men ze soms toe aan het minder godvruchtige leven van de bevolking. Op meerdere plaatsen werden bewegingen naar Sint-Antonius gehouden.

De coloradokever zorgde later opnieuw voor een verwoestende plaag waarvoor zelfs het leger en de schoolgaande jeugd werden ingezet om de diertjes, die zich massaal vermenigvuldigden, te vernietigen.

De chemische industrie ontwikkelde middelen in de strijd om aardappelplagen te kunnen overwinnen. Er werd daarnaast ook intensief gewerkt om nieuwe variëteiten te ontwikkelen die enerzijds een hoge opbrengst garanderen en anderzijds vruchten met zich meebrengen die min of meer resistent zijn. Vooral onze noorderburen leveren nog steeds sterk evoluerend werk op dit gebied, maar ook België levert een bijdrage op en naast het aardappelveld.

Jaarlijks koopt elke Belg gemiddeld 41 kg verse aardappelen.

Belgenland, patattenland.

Op een gemiddelde dag eet 41% van de Belgen aardappelen. In 2021 at de gemiddelde Belg thuis 20,6 kg aardappelen. Het leeuwendeel, 76% om precies te zijn, van die verse aardappelen komt uit België.

Ons land is een van de meeste productieve voortbrengers van Europa. Vooral Belgische diepvriesaardappelen veroveren de wereldwijde voedselmarkt.

De aardappel, (buiten)aards lekker!

Potato, potaaato. Zeg nooit zomaar aardappel tegen een aardappel.
Wist je dat er ongeveer 500 verschillende rassen geteeld worden, elk met andere eigenschappen? Je kan ze op verschillende manieren indelen: van vroege (primeurs) tot bewaaraardappelen bijvoorbeeld. Als je groepeert op basis van hun verwerking ga je kiezen voor vastkokende of bloemige aardappelen. Je kan ze ook categoriseren naar smaakeigenschappen.
Net daardoor is de aardappel al lang geen banaal product meer. Zijn veelzijdigheid leent zich tot een grote verscheidenheid aan bereidingen: koken, stomen, bakken, poffen, kroketten en zoveel meer.

De populairste vorm, kenmerkend voor ons land, zijn de frieten. Letterlijk vertaald: staafjes aardappel die in een hete olie of vetstof worden ondergedompeld om gaar te worden.
Voor wie er nog aan twijfelt: wij mogen de eer van ‘Belgische frieten’ absoluut op onze hoed spelden. (zie frietjes)

Koken, stomen, bakken, poffen, frituren... geef er een patat op en ga voor variatie in je keuken.

  • Delcart André – Van aardappel tot friet – 2018 – Stichting Kunstboek – Oostkamp
  • Goesting in Vlaanderen. Wat wij al eeuwenlang lekker vinden – Eddy Niesten – 2009 – Davidsfonds Uitgeverij
  • De middeleeuwse teljoor – Eric De Keyser – 2020 – Uitgerij Skribis

Ontdek meer culinair erfgoed

OKW
Fridge