Belgische wijnstreken en appellaties

Appellaties BOB en BGA

Een wijn kan beschermd worden als beschermde oorsprongsbenaming (BOB) of als beschermde geografische aanduiding (BGA).

Het verband tussen de wijn en zijn geografische oorsprong is groter bij een BOB dan bij een BGA. Voor BOB-wijnen moeten de bijzonderheden over het geografische gebied betrekking hebben op zowel natuurlijke als menselijke factoren. Voor BGA-wijnen moeten de bijzonderheden over het geografische gebied betrekking hebben op natuurlijke en/of menselijke factoren. Bij een BOB zijn alle druiven waarvan de wijn gemaakt is afkomstig uit dat geografische gebied, bij een BGA moet slechts 85 % van de gebruikte druiven uit het gebied afkomstig zijn.

In België hebben er momenteel negen wijnen een beschermde benaming, waarvan zeven een beschermde oorsprongsbenaming (BOB) en twee een beschermde geografische aanduiding (BGA). Elk van deze beschermde benamingen wordt ondersteund door een productdossier dat de voorwaarden en eigenschappen samenvat. De finale goedkeuring gebeurt door de Europese Commissie.

Twee landwijnen (BGA)

  1. MB van 27 mei 2004: Vin de Pays des Jardins de Wallonie
  2. MB van 18 november 2005: Vlaamse landwijn

Twee mousserende kwaliteitswijnen (BOB)

  1. MB van 18 november 2005: Vlaamse mousserende kwaliteitswijn
  2. MB van 5 maart 2008: Vin mousseux de qualité de Wallonie/Crémant de Wallonie

Wijnen die niet meedingen om een erkenning te krijgen of niet worden goedgekeurd door de erkenningscommissie mogen alleen de benaming “Belgische wijn” (of analoge vermelding) dragen.

Erkenningsprocedure appellatie

Om als wijnbouwer een wijn van een bepaald jaar te laten erkennen als BOB of BGA, moet hiervoor een erkenningsaanvraag ingediend worden bij het secretariaat van de erkenningscommissie van Departement Landbouw en Visserij (wijn@lv.vlaanderen.be)

Er moeten 5 stalen worden genomen per lotnummer, in de regel van reeds gebottelde flessen. De kosten verbonden aan de erkenningsprocedure worden jaarlijks gefactureerd en kunnen variëren (laatst vastgelegd op 70 euro per aanvraag per wijn). Het eigenlijke proeven gebeurt op anonieme stalen en ook de stemming is anoniem. Er wordt beoordeeld op uiterlijk voorkomen (kleur en klaarheid), geur en smaak. Het ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek) in Merelbeke staat in voor het praktisch verloop van de kwaliteitsexamens.

Etikettering

De etiketteringsregels voor een wijnetiket wijken enigszins af van de algemene regels die voor alle andere voedingsmiddelen gelden. Zo moet op een wijnetiket naast de wettelijke benaming (wijn, mousserende wijn enz.), de inhoudsmaat, het alcoholpercentage, het lotnummer en eventuele allergenen ook de naam van de bottelaar (stille wijn) of de producent (mousserende wijn) en de herkomst verplicht vermeld worden. Vooral over dit laatste bestaan nogal wat misverstanden. ‘Belgisch product’ of ‘Belgische wijn’ mag enkel op het etiket als de wijn in België gemaakt werd op basis van 100 % Belgische druiven.

Het is niet verboden om in België wijn te maken op basis van buitenlandse druiven maar dan moet dit duidelijk geëtiketteerd worden aan de hand van de vermelding ‘Wijn uit de Europese Unie’ of ‘Wijn verkregen in België uit in (naam Lidstaat) geoogste druiven’. Deze wijnen hebben natuurlijk geen recht op BOB/BGA erkenning en mogen in geen geval ‘Belgische wijn’ worden genoemd.

Voor mousserende wijn voorziet Europa ook in de mogelijkheid om ‘geproduceerd in België’ te vermelden indien de tweede gisting hier gebeurt ook al komen de druiven uit het buitenland. In dit geval moet wel de herkomst van de druiven duidelijk aangegeven worden aan de hand van de naam van het land van herkomst of de vermelding ‘EU’. Al deze gegevens moeten in hetzelfde gezichtsveld staan, dus niet deels op de voorkant en deels op de rugzijde. Wat taalgebruik betreft, moet enkel de vermelding van de allergenen in de taal van de regio van verkoop staan. Alle andere mogen in een (verstaanbare/leesbare) taal van de EU naar keuze.