Frieten

Frietjes van de frituur. Echt vet!

Een klein pakje met saus of mag het een bi(n)tje meer zijn?
Geen enkele aardappelbereiding valt zo in de smaak als de gefrituurde aardappelreepjes.

Dat de liefde voor de friet door de maag en het hart van elk Vlaams dorp loopt, mag je letterlijk nemen. In zo goed als elke Vlaamse dorpskern is een frituur neergeplant.

Frietkot Fritz vond in 1830 de weg naar het culinair hart van België.

Geschiedenis

De vraag van elf miljoen: kunnen wij als Belgen ‘dé friet’ claimen? Frietoloog Paul Ilegems giet olie op het vuur van onze nationale trots en ontkracht. Volgens hem was het de Spaanse non Teresa van Avila die friet ontdekte in 1570. Ze kweekte aardappelen, gooide ze vervolgens in olijfolie en toverde een vernieuwende lekkernij op het bord. Toch zijn het de Belgen die de frietjes hebben geperfectioneerd en het principe van dubbel bakken introduceerden, evenals het legendarische frietkot.

De pionier van alle frietkoten heette ‘Fritz’. Jean-Frédéric Krieger en zijn vrouw gaven er in de jaren 1830 een patat op en verblijdden heel wat Belgische kermissen met de intrede van frietkraam ‘Fritz’. De respons was hartverwarmend. Na een jaar geduldig wachten, schoven lange rijen dorpsbewoners watertandend aan voor een heerlijk pakje friet.
Het succes van Fritz inspireerde en op drukke plaatsen rezen mobiele frietkramen als paddenstoelen uit de grond. In 1856 telde de Luikse kermis bijvoorbeeld drie frietkramen, vijf jaar later zeventien.

Vingervlug frietjes uit een puntzak vissen die je nauwelijks kon vasthouden door de hitte.
Zonder vorkjes en met beperkte keuze tussen mayonaise, pickles, hard gekookt ei en zure haring.
Eenvoudig vettig, heerlijk prettig!

Omdat frietkramen, in tegenstelling tot de kermismolens, niet opgebouwd of afgebroken moesten worden, bleven ze steeds langer voor en na de kermis in een dorp hangen. Steeds meer uitbaters kozen er uiteindelijk voor om de wielen onder hun kraam te verwijderen en te blijven plakken.
Het frietkot werd een vaste smulbasis.

Hoewel het frietkot uitgeroepen werd tot ‘immaterieel erfgoed’, verdween het vanaf eind de jaren ’80 uit het straatbeeld. Heel wat lokale besturen banden de frietkoten op hun dorpspleinen omdat ze een vieze, vuile indruk zouden creëren. Frituristen legden hun ei sindsdien in meer comfortabele omstandigheden die het toelieten om een uitgebreidere service aan hun klanten voor te schotelen.

Vurige frituristen kiezen voor rundsvet om een extra lekker, nostalgisch pak friet te prepareren.

Pom pom pom… de beste frietjes in een handomdraai.

Met Bintjes maak je het verschil! Zij vormen het meest geschikte aardappelras voor een onvergetelijk pak friet. Steeds meer frietliefhebbers dompelen hun Bintjes onder in plantaardig vet omdat het een steeds prijsvriendelijker en gezonder alternatief biedt. Toch kiezen vurige frituristen nog voor rundsvet om een extra nostalgisch lekker pak friet te prepareren. Smakelijk!

Aan de frietjes die met Bintjes gemaakt zijn kan iedereen een puntje zuigen.

  • Delcart André – Van aardappel tot friet – 2018 – Stichting Kunstboek – Oostkamp
  • Goesting in Vlaanderen. Wat wij al eeuwenlang lekker vinden – Eddy Niesten – 2009 – Davidsfonds Uitgeverij
  • De Morgen van 19 maart 2021

Ontdek meer culinair erfgoed

OKW
Fridge