De Bijzaak
Laarne
Laarne
Bijen verzamelen nectar, pollen, propolis en water binnen een straal van 3 km rond hun woonplaats. In het voorjaar halen ze vooral nectar en pollen op wilgen en diverse fruitbomen. Even later worden de lentebloemen, kleinfruit en groenten bezocht. Ook esdoorn is gul voor de bijen.
Tijdens de zomer worden diverse zomerbloemen aangedaan, maar eens de linde bloeit, is het einde bijna in zicht. De tamme kastanje is voor onze streken de laatste drachtplant van betekenis. Er wordt rond die periode een laatste keer geslingerd. Voor propolis is het in de zomer hoogseizoen.
De bijen brengen de nectar – die een vochtgehalte heeft van om en bij de 80% – in de honingmaag naar de kast. Daarbinnen wordt de nectar voortdurend doorgegeven (bij werksters onderling). Enzymes worden toegevoegd en ingedikt tot het watergehalte onder de 20% is. Vanaf dan kunnen we van honing spreken. Deze honing wordt opgeslagen in de cellen (honingraten) en verzegeld met een wasdekseltje.
Bij oogst verwijdert de imker de wasdeksels. De raten gaan in de slinger. Door de centrifugaalkracht ‘vliegt’ de honing uit de raten. De honing loopt door een zeef en gaat de rijper in. Alvorens in potten te doen, wordt de honing geënt zodat hij smeuïg en smeerbaar blijft. Honing eten van eigen streek (Vlaanderen) heeft een positieve invloed op pollenallergie.
De honing van De Bijzaak is te koop in de eigen winkel.